Deze bacterieziekte was voorheen vooral bekend uit het buitengebied waar ze grootschalige schade kan aanrichten. Recentelijk worden ook in het stedelijke groen aantastingen vastgesteld.
Waardplanten: Appel, cotoneaster, lijsterbes, meelbes, meidoorn en vuurdoorn.
Herkenning: De aantasting start in de bloemen en jonge scheuten. Deze verdrogen en verkleuren in het groeiseizoen naar bruin tot zwart. Opvallend is dat het blad niet afvalt en tot ver in het najaar aanwezig blijft. Op de twijgen zijn dan vaak geelbruine druppels bacterieslijm zichtbaar. Bij het aansnijden van zo’n tak blijkt het hout verkleurd te zijn. De aantasting kan zich razendsnel door een boom of struik verspreiden.
Leefwijze: De verspreiding van de bacterie gaat zeer eenvoudig. De druppels op de stam bevatten veel bacteriën die door wind, regen, insecten of vogels verder verspreid kunnen worden. Ook besmet gereedschap vormt een risico!
Gevolgen: Zonder ingrijpen zal de aangetaste waardplant afsterven en een bron voor verdere infectie vormen.
Bestrijding: Indien de aantasting nog in het beginstadium verkeert, kan worden volstaan met het ruim uitsnoeien van de aangetaste delen. Zodra de infectie zich verder uitgebreid heeft, dient de gehele waardplant verwijderd te worden.
Bijzonderheden: na werkzaamheden aan besmette waardplanten altijd het gereedschap grondig ontsmetten.